ROMEO MARINO

Scholier (5 havo)


Woont met moeder, broertje, stiefvader en zijn twee stiefzussen in de Reguliersbreestraat.

Ik woon al sinds mijn geboorte in dit huis. Toen mijn ouders uit elkaar gingen, nu ook alweer tien jaar geleden of zo, is zij hier blijven wonen. Sinds die tijd woon ik dus deels hier en deels bij mijn vader op de Weesperzijde. Ik zit nog op school, doe eindexamen havo en denk dat ik hierna vwo ga doen. Dan kan ik de tijd nemen om te bedenken wat ik wil, ook omdat het best onduidelijk is hoe het allemaal gaat lopen met Corona.

Ik speel in mijn vrije tijd op hoog niveau squash, zit ook in de Nederlandse selectie. Alleen door Corona heb ik al bijna een jaar geen toernooi kunnen spelen. Ik train nog wel veel, maar toch een stuk minder dan eerst. De competitie is nu helemaal gestopt en het is een stuk moeilijker om je te motiveren als je niet voor iets concreets traint. Ik ben daardoor wel weer meer bezig met muziek. Dat was altijd al een passie van me, ik ben ooit begonnen met klassiek piano, toen overgestapt op de gitaar, en nu schrijf ik ook zelf liedjes. Ik ben nu bezig om een single uit te gaan brengen, ook als onderdeel van mijn profielwerkstuk (voor mijn eindexamen).

Ik vind het heel fijn om in deze buurt te wonen. Het is hier nooit saai, ik kom nog steeds nieuwe plekken tegen, alsof je in een film zit, er gebeurt altijd wel iets. Ik snap dat mensen last hebben van alle drukte, maar ik ervaar het eigenlijk vooral als een voordeel. Juist door al die drukte en herrie heb je namelijk ook meer privacy. Ik kan hier bijvoorbeeld keihard muziek draaien en niemand die het hoort, dat is echt ideaal. Zelf ben ik zo gewend aan de herrie om me heen, dat ik nergens last van heb. Ik slaap echt overal doorheen. Wat ik ook een voordeel vind van hier wonen is dat alles lekker dichtbij is: winkels, restaurants, cafés, park, ik hoef nooit ver te fietsen. Da’s ook lekker met uitgaan, al is dat nu natuurlijk niet aan de orde met Corona.

Een minpuntje is toch wel de veiligheid op straat denk ik. Er zijn echt wel momenten dat je goed moet opletten hier, bijvoorbeeld wanneer je ‘s nachts thuiskomt. Maar ook dat heeft weer iets positiefs. Door van jongs af aan geconfronteerd te worden met alles wat er in de stad rondloopt, leer je namelijk ook snel bij welke mensen en situaties je uit de buurt moet blijven. Ik heb van kinds af aan geleerd goed op te letten en me te gedragen. Ik ben niet bang, maar ik weet wel precies wanneer ik op mijn hoede moet zijn. Het contact met de buren is hier ook veel minder persoonlijk dan bijvoorbeeld bij mijn vader. Daar woont mijn beste vriend tegenover me en ken ik al mijn buren, kan ik bij iedereen terecht. Hier is het veel anoniemer. Ik ken wel een aantal buren, maar even aanbellen om een ei te lenen, dat is er hier echt niet bij.

De grote hoeveelheid toeristen heeft natuurlijk een grote invloed op de sfeer op straat. De buurt wordt steeds minder ‘Amsterdams’, niemand spreekt hier ook meer Nederlands tegen je, behalve dan misschien bij Café Schiller en De Heeren van Aemstel. Toeristen zien Amsterdam als een feeststad, en komen hier vooral voor de wiet en het Red Light District. Ze denken dat alles hier maar kan en mag, maar dat is natuurlijk niet zo. Er zou wat dat betreft wel wat meer rekening gehouden mogen worden met de mensen die hier wonen, ook door de gemeente. Er zijn wel dingen verbeterd, zoals meer beveiligingscamera’s en coaches en politie op straat, maar van mij mogen ze nog wel meer handhaven en beboeten. Ze ruimen hier elke ochtend de rotzooi op alsof het de normaalste zaak van de wereld is, maar dat is het natuurlijk niet.

“Ik kom nog steeds nieuwe plekken tegen, alsof je in een film zit, er gebeurt altijd wel iets.”

Ik denk dat als straks alles weer opengaat, er misschien wel minder mensen uit zullen gaan dan voor Corona. Wij zitten nu vaak met vrienden bij iemand thuis, een beetje biertjes drinken en praten, en dat vind ik eigenlijk veel gezelliger. We zijn dichter bij elkaar, en je leert elkaar veel beter kennen dan wanneer je dronken tegen elkaar aan staat te schreeuwen in een of andere club. Van mij mag dat wel zo blijven. Als je erover nadenkt, is het is best erg dat we al die cafés en clubs nodig hebben om ons te kunnen amuseren, alsof dat ook een soort drugs is. Nu leren we hopelijk dat we ook prima zonder kunnen. Als Corona voorbij is, zullen de toeristen natuurlijk wel weer terugkomen en zal iedereen wel even flink losgaan, maar ik hoop eigenlijk dat het daarna weer afvlakt.

Mensen vragen wel eens: “Hoe kun je daar in godsnaam wonen?”, maar ik ben juist trots op het feit dat ik hier woon. Ik kan me eerlijk gezegd geen betere plek bedenken. En een ding is zeker: vervelen zal het nooit…