PETER TAKS & RONALD KLIJNHOUT

Voorzitter stichting arbitragerechtspraak (Peter) / interior designer (Ronald)


Woonden 20 jaar op de Herengracht achter het Thorbeckeplein.

Peter: Toen wij hier 20 jaar geleden kwamen wonen, was deze buurt ‘the centre of the universe’. Alles gebeurde hier: Koninginnedag, Gay Pride, je zat overal middenin. Wij vonden dat fantastisch, je gaat ook niet in deze buurt wonen als je niet van levendigheid, van reuring houdt. En het huis was zo prachtig, we waren op slag verliefd.

De buurt was destijds best een beetje smoezelig, had een rafelrandje: drugsbazen in dikke auto’s op het plein, de hoertjes in de Utrechtsestraat, junks en zwervers… De sfeer kon daar best een beetje luguber van worden, maar het had zeker ook zijn charme.

Wat wij ook echt een pluspunt vonden – en vinden – is de diversiteit. Alles leeft hier door elkaar: je ene buur is schathemeltjerijk, de ander leeft van de bijstand, veel expats ook, rare figuren, dealers, echt van alles loopt hier rond. En het mooie is: men tolereert elkaar, iedereen kan met elkaar overweg.

Ronald: Overdag is hier niets aan de hand, de restaurants en dagcafés op het plein zijn prima, de Utrechtsestraat is nog altijd de leukste winkelstraat van Amsterdam, en dan die prachtige Reguliersgracht… Het is en blijft gewoon een schitterende plek.

Maar ’s nachts is de overlast door de jaren heen wel echt de spuigaten uitgelopen. Het keerpunt daarin was toen het Rembrandtplein werd afgesloten voor verkeer. Bezoekers stalden hun fiets dan maar voor onze deur en kwamen die midden in de nacht dronken ophalen. Dat creëerde een hoop overlast. Daarbij werd het een horecaconcentratiegebied, taxi’s reden af en aan, herrie en kotsende mensen voor je deur, het werd steeds drukker en het publiek steeds asocialer. Als je toerist bent en geen enkele binding hebt met de buurt, kan het je natuurlijk ook een stuk minder schelen allemaal.

“Het mooie is: men tolereert elkaar, iedereen kan met elkaar overweg.”

Peter: Onze binnenstad is nou eenmaal niet groot, en er zijn heel veel mensen die er gebruik van willen maken: bewoners, bezoekers en ondernemers. Dat moet in balans zijn. En als dan een van die drie exponentieel groeit, gaat dat ten koste van een van de andere twee. Hier is het aantal bezoekers met name ’s nachts zo enorm de pan uit gerezen door al die horeca, dat het een haast onleefbare plek is geworden. De bewoners zijn ook (en steeds meer) in de minderheid, en dus minder georganiseerd. Dit is voor mij de reden geweest om vijf jaar geleden bewonersvereniging de N8W8 op te richten. Naar een enkel individu luistert men niet, maar door een grotere groep mensen te vertegenwoordigen, word je wel serieus genomen. En de horecaondernemers waren alleen maar blij dat ze nu een centraal aanspreekpunt hadden. Uiteindelijk willen alle partijen immers in harmonie naast elkaar wonen en werken, je deelt meer met elkaar dan je aan aparte deelbelangen hebt. Maar daarvoor is een constructief gesprek wel noodzakelijk, en de N8W8 heeft de bewoners daar een stem in gegeven.

Ronald: Toen de bezoekers wegvielen door Corona, zag je opeens de mensen die hier wonen weer, herken je elkaar bij de Albert Heijn. Eigenlijk besefte ik toen pas: hier is iets helemaal fout gegaan, het almaar groeiende aantal bezoekers – veelal low budget toeristen – met de bijkomende overlast is een stroom geworden waar niet meer tegenop te roeien valt. Ik vind dat echt doodzonde. Het Thorbeckeplein is in potentie het mooiste plein van Amsterdam, het heeft een haast Parijse allure. Als je dat plein zou upgraden, een paar goeie restaurantjes zodat ook de Amsterdammers er weer op af komen, dan heb je volgens mij goud in handen. En dit is het moment om die verandering in te zetten.

Peter: Begrijp ons niet verkeerd hoor, wij hebben 30 jaar – waarvan 20 in deze buurt – enorm genoten van de stad, geprofiteerd van alles wat die te bieden heeft. Maar nu waren we toe aan iets anders. Dus zijn we verhuisd naar het zogenaamde hutje op de hei. We lopen nu zo vanaf ons terras de Hoge Veluwe op. Dat is iets compleet anders, maar we genieten er enorm van. En als we de stad missen, dan rijden we er gewoon naartoe. Dus helemaal weg zijn we niet. 

Ronald: De stad is zeker veranderd, maar wij zijn natuurlijk ook veranderd. De drukte was maar één dimensie van het wonen daar, er stond natuurlijk ook heel veel goeds tegenover. Nu genieten we hier enorm van de rust en de ruimte, maar als we echt oud zijn, komen we gewoon weer terug!