JUDITH MANSHANDEN

Managing director Delight Yoga


Woont 2,5 jaar in steegje Reguliersbreestraat met man Laurens en kinderen Saar (12), Julie (4) en Max (2).

“Het is een soort attractiepark geworden.”

Toen wij deze woning – nu zo’n 2.5 jaar geleden – bekeken, hadden we best wat twijfels: gaat dat wel werken met twee kleine kinderen midden in die drukte? Maar we wilden zo snel mogelijk verhuizen in verband met buren die klaagden over geluidsoverlast, dus we hebben de gok genomen. Achteraf gezien de beste keuze van ons leven, we vinden het hier geweldig.

Ik woonde toen Laurens (mijn man) en ik elkaar leerden kennen ook al hier in de buurt. Ik ben ten huwelijk gevraagd in een bootje onder de Magere Brug, we zijn getrouwd in de Hoftuin (achter de Hermitage), dus het voelde heel vertrouwd toen we hier weer terugkwamen. Wij houden allebei ook heel erg van dat bruisende van het centrum. Het huis voldoet aan alle wensen van een jong gezin: er is een lift voor de buggy, een lekkere grote lichte ruimte waar we allemaal samen kunnen zijn, Artis zit om de hoek, en er is een leuke speeltuin in de buurt.

Wat ik hier wel mis, en dat is denk ik ook omdat we kleine kinderen hebben, is dat echte buurtgevoel. Je komt hier toch minder makkelijk in contact met je buren, de kinderen kunnen niet even aan de overkant spelen en je herkent elkaar niet op straat. Je ziet vaak niet eens waar mensen wonen. Zo dacht ik heel lang dat in de panden in de Reguliersdwarsstraat alleen maar winkelopslag zat.  

Wij hebben nu een soort ‘alternatief buurtje’ gevormd met o.a. de bewakers van de fietsenstalling, de medewerkers van Van Dobben en de eigenaar van George’s Shop. Al deze mensen zien we dagelijks en vooral de mannen van de fietsenstalling zijn heel betrokken, vragen altijd geïnteresseerd naar de kinderen, echt heel leuk. Dat geeft toch het gevoel dat je minder anoniem bent, dat je ergens bijhoort.

De geluidsoverlast is een nadeel, maar ik moet zeggen dat wij dat probleem heel efficiënt hebben ‘weggemanaget’. De zware dikke gordijnen in de slaapkamer houden heel veel herrie tegen, en daarnaast hebben we een white noise machine, en dat werkt als een trein! Het maakt een zacht geluid dat je afleidt van de buitengeluiden. Nu het zo rustig is buiten, door Corona, hebben we dat apparaat niet meer aanstaan, en kan ik soms gewoon niet slapen van de stilte.

Van origine ben ik psycholoog. Na mijn studie heb ik eerst een aantal jaar als zelfstandig ondernemer gewerkt in de goeie doelen sector. Op een gegeven moment had ik echter behoefte aan een meer professionele werkomgeving en heb ik de overstap gemaakt naar de zakelijke wereld. Alleen daar miste ik dan weer de verbinding op de werkvloer. Vanuit die gedachte ben ik toen het Geefcafé begonnen: een restaurant waar je zelf bepaalt hoeveel je betaalt. Toen Julie geboren was, lukte het me niet meer alle ballen in de lucht te houden en ben ik ermee gestopt. Ik ben toen wel verder gaan denken over hoe je een professionele werkomgeving kunt creëren waarin ook aandacht is voor verbinding op de werkvloer. En daar heb ik toen een boek over geschreven. Sinds kort werk ik als managing director bij `Delight Yoga’, en het leuke is: alles waar ik al jaren over praat en schrijf, kan ik in deze functie toepassen. Ik ben dus helemaal op mijn plek.

De Coronacrisis heeft natuurlijk heel veel veranderd hier. Zonder al die toeristen is het hier opeens muisstil, een spookstad bijna. Dat geeft maar weer aan dat het centrum van onze stad eigenlijk niet meer van de Amsterdammers is, het is een soort attractiepark geworden. Het Rembrandtplein wordt vooral geassocieerd met dronken toeristen en geluidsoverlast, terecht ook nog, en dat is doodzonde. Het zou mooi zijn als we deze crisis aangrijpen om daar verandering in te brengen, om het centrum ook weer een plek voor de Amsterdammers zelf te maken, een plek om te wonen. Zo is er nu veel leegstand, daar zouden we na deze crisis wat leuks mee kunnen doen: niet meer al die Nutellashops en toeristenshops, maar leuke winkeltjes voor de lokale bevolking, een buurtcoöperatie voor biologische groenten, of een buurtcentrum waar bewoners elkaar kunnen ontmoeten, met activiteiten voor kinderen. Ik roep maar wat hoor, maar als je het centrum aantrekkelijker maakt voor bewoners, komen er vanzelf meer mensen wonen en dat zal de buurt alleen maar ten goede komen. Het is prima om toeristen aan te trekken, maar biedt ze dan een echte ‘Amsterdam experience’. Het is immers zo’n prachtige unieke buurt. 

Uiteindelijk denk ik dat wij te zijner tijd toch wel de stad uit zullen gaan. Vooral omdat we dan toch behoefte hebben aan meer ruimte, meer buitenruimte ook. Voor de kinderen is een huis met een tuin en overburen waar je kunt spelen uiteindelijk toch fijner. Maar god wat zullen het bruisende van de stad dan missen…