COEN KLEIPOOL

Eigenaar café De Heeren van Aemstel


Woont 8 jaar met vrouw en baby aan het Thorbeckeplein boven zijn eigen café.

Ik ben hier destijds komen wonen als student, midden op het Thorbeckeplein, direct boven het café waar ik werkte. Dat kon niet beter natuurlijk. Ondertussen zijn we acht jaar verder, heb ik een vrouw en sinds een half jaar ook een kind, en ben ik geen barkeeper meer maar eigenaar van datzelfde café, de Heeren van Aemstel. Ik woon nog steeds in hetzelfde pand, ben alleen een etage opgeschoven.

Ik vind hier wonen geweldig. Ik hou van de stad, en ik vind dit plein echt een van de mooiste plekken van die stad. Meer Amsterdam dan dit gaat het niet worden. Ik hou van de reuring, van de herrie van de sirenes, de trams, de fietsers. Het bruist. Het Rembrandtplein heeft ergens ook een wat schunnige geschiedenis, het was ooit een beetje een rommelig viezig parkje, net als de muziekkapel op het Thorbeckeplein. Dat is al lang veranderd, maar dat vleugje hangt nog steeds in de lucht, al is het maar in de hoofden van de mensen. Het is een plein met een randje, er is van alles gebeurd, en dat heeft zijn charme.

Deze buurt is een uitgaansgebied, en dat brengt vanzelfsprekend drukte, herrie en overlast met zich mee. Dat hoort er gewoon bij, ook de fricties die dat oplevert, mooi gepolijst is het niet. Ik denk overigens dat de aanpassingen die de afgelopen jaren doorgevoerd zijn, gezorgd hebben voor minder overlast. Het is en blijft wat dat betreft natuurlijk zoeken naar de balans tussen de verschillende spelers: bezoekers, bewoners, ondernemers, en de openbare ruimte. Soms is het moeilijk die balans te vinden omdat iedereen zijn eigen wensen en belangen heeft. Wij ondernemers zitten wat dat betreft in een lastige positie, wij zijn namelijk altijd de oorzaak van het probleem. Wat is dan acceptabel, wat hoort gewoon bij de buurt, en wat is excessieve overlast? Het is belangrijk dat eenieders wensen en belangen gehoord worden, want alleen door goed te overleggen, naar elkaar te luisteren, komen we er samen uit. Dat is de afgelopen jaren echt beter geworden, met name voor de bewoners.

Bewonersvereniging de N8W8 heeft daar zeker een positieve rol in gespeeld. De buurt heeft mensen nodig – zowel ondernemers als bewoners – die het gebied een warm hart toedragen, iets willen bijdragen. Daarom ben ik ook lid van de ondernemersvereniging, die samen met de gemeente projecten initieert in de buurt om zo een steentje bij te dragen.

Van mij mag het plein zich meer richten op Amsterdammers, Nederlanders in plaats van toeristen. Die voelen zich betrokken bij, en daarmee ook verantwoordelijk voor de buurt, dus zullen ze eerder bereid zijn zich aan te passen. Natuurlijk zijn toeristen ook meer dan welkom, maar het moet niet zo zijn dat je je als Amsterdammer niet meer thuis voelt. Wij spreken onze klanten bijvoorbeeld zoveel mogelijk in het Nederlands aan, draaien Nederlandse muziek en hanteren een Nederlandstalige menukaart. Ik denk eerlijk gezegd dat toeristen dan ook meer het gevoel hebben in ‘het echte Amsterdam’ te zijn.

De lockdown ten gevolge van Corona biedt hier volgens mij een kans. De laatste jaren zijn er steeds meer toeristenwinkels zoals de welbekende Nutellashops bijgekomen. Dat trekt toeristen aan, waardoor de Amsterdammers steeds meer wegblijven. En dat leidt dan weer tot nog meer toeristenwinkels en -horeca. Dat is een zichzelf in standhoudende ontwikkeling, die nu door de abrupte stop van toeristenstromen doorbroken kan worden. Toeristenwinkels vallen om en komen leeg te staan, en daar zou de gemeente op in moeten springen door ideeën voor lokale winkels, meer gericht op de bewoners, te ondersteunen.
Je merkt ook, nu de bewoners zichtbaarder worden omdat de bezoekers wegvallen, hoe weinig mensen er relatief gezien eigenlijk in het centrum van Amsterdam wonen. Dat is jammer, meer bewoners komt de leefbaarheid alleen maar ten goede. Zij bepalen voor een groot deel de sfeer, vormen de ziel van een buurt. En hoe groter de aantrekkingskracht van het plein, hoe beter het is voor iedereen: bewoners, ondernemers én bezoekers.

“Het is een plein met een randje.”

Onze baby is geboren in het begin van de Coronatijd, en ergens was dat best lekker. Wij hadden door de beperkingen weinig kraambezoek en dat gaf veel rust. Zo konden we lekker in onze bubbel blijven. Nu begin ik de levendigheid wel weer te missen. Natuurlijk hebben we nagedacht: werkt dat wel, met een baby wonen midden in die drukte, en ja het is ook gedoe met de buggy en die trappen, maar de voordelen wegen voor ons vooralsnog ruimschoots op tegen de nadelen. Misschien als er een tweede komt, willen we iets meer ruimte en iets minder trappen, en misschien een tuin. Dan zullen we moeten verhuizen, maar dat is dan puur om praktische redenen. De buurt zou ik echt missen.

Het gekke is, hoe gek ik ook ben op de drukte, op de zwoele zomeravonden met de volle terrassen, ik geniet misschien nog wel het meest van momenten van stilte, juist omdat die hier zo uitzonderlijk zijn. Bijvoorbeeld op een winterse zondagochtend, heel vroeg, als er niemand op straat is, op de brug over de Herengracht kijken hoe de zon opkomt over de Amstel, de weerspiegeling van het licht in het water… Prachtig!