YURI HERTER

Verpleegkundige OLVG


Woont 30 jaar op het Thorbeckeplein.

“Breng de wijkagent terug in deze anonieme Efteling.”

Ik ben een geboren en getogen Amsterdammer, opgegroeid in de Jordaan. Toen ik begin 20 was, nu alweer 30 jaar geleden dus, ben ik als student hier op het Thorbeckeplein komen wonen.

Het plein had toen nog een beetje een vunzig imago, stond vooral bekend om de seks- en nachtclubs en de penoze van toen. De sfeer kon soms best wat grillig zijn en er waren ook heus wel incidenten, maar echt onveilig voelde het nooit. Er was meer saamhorigheid, meer een ‘ons kent ons’ mentaliteit, met bijbehorende sociale controle, en daar hoorden onuitgesproken codes bij: sommige dingen deed je gewoon niet. De politie was in die tijd ook nog echt onderdeel van de buurt, die zaten hier gewoon met een kopje koffie aan de bar. Wij gooiden sneeuwballen met ze, dat kun je je nu niet meer voorstellen.

Die ouwe Amsterdamse clubs zijn door de jaren heen allemaal verdwenen. De enige die het nog lang heeft volgehouden en pas onlangs gesloten is, is de Savoy bar (naast Bolle Jan). Van origine was dat een hoerentent uit de jaren 60, het interieur was sinds de jaren 70 ook niet meer aangepast, echt een beetje vergane glorie. Er kwamen ook al lang geen hoerenlopers meer, maar vooral studenten en mensen uit de stad die het gewoon een grappige tent vonden. Het was ook een fenomeen: die stokoude hoeren uit die tijd zaten nog steeds aan de bar met hun verhalen, het leek wel een tijdcapsule.

We worden steeds meer overspoeld door goedkoop drugstoerisme en dat heeft natuurlijk alles te maken met het aanbod. Met name ‘s nachts lijkt het hier wel een anonieme Efteling, een gebied zonder eigenheid. Daarbij wonen er meer expats en tijdelijke huurders dan vroeger, en die hebben minder binding met de buurt, leven meer in de anonimiteit. Dit alles maakt dat er steeds minder verbondenheid en sociale controle is.

Als mensen in een buurt elkaar kennen, ontstaan er onuitgesproken wetten. Je bent samen onderdeel van iets en dat zorgt voor structuur en decorum. Die sociale cohesie is ook voor de bezoekers voelbaar, waardoor ook zij zich – zelfs als er niet op ze gelet wordt – beter gedragen. Hier mist die sociale cohesie steeds meer, met alle gevolgen van dien. Juist het centrum en de pleinen bepalen voor een groot deel de sfeer en het imago van de stad.

We hoeven heus niet terug naar vroeger, maar meer sociale rust en minder verloop van bewoners zou de buurt echt ten goede komen. Daarvoor moet je kwalitatief goede woningen creëren – zowel koop- als sociale huurwoningen – waar mensen willen blijven wonen. Als je daarnaast winkels en horeca aanbiedt waar de bewoners zelf ook graag komen, trek je ook een ander publiek aan. Nu zie je door de marktwerking voor onroerend goed dat een karaktervolle winkel als Kwekkeboom bijvoorbeeld weg moest omdat ze de huur niet meer konden opbrengen. Daarna zijn er verschillende – vaak nogal dubieuze – zaken gekomen en gegaan, en nu staat het voor de vijfde keer leeg. Dat gaat ten koste van de eigenheid en het karakter van de buurt. Toerisme en uitgaan hoort er in het centrum van Amsterdam natuurlijk gewoon bij, maar dat hoeft niet te betekenen dat er geen aanbod meer is voor de bewoners en de Amsterdammers zelf. Een mooi voorbeeld is café Langereis. Dat is een nieuw Amsterdams buurtcafé waar zowel buurtbewoners, Amsterdammers als toeristen komen.

Ik pleit ook voor de terugkeer van de ouderwetse wijkagent. Een wijkteam dat pro-actief te werk gaat, betrokken is bij de buurt, en dichter op de mensen zit in plaats van alleen maar reactief te handhaven, zal bijdragen aan dat gevoel van saamhorigheid dat zo belangrijk is voor de buurt.

Ik ervaar dat buurtgevoel overigens nog steeds wel hoor. Ik zeg wel een gekscherend: van mijn werk naar het plein duurt een half uur, van het plein naar mijn huis twee uur. Ik kom altijd wel iemand tegen om een praatje mee te maken, ook omdat ik hier natuurlijk al zo lang woon. Als ik hier ooit weg ga, is dat vooral omdat ik nogal klein woon. Ik heb geen opslag, geen zolder, geen kelder, geen balkon, en het huis is ook wat krakkemikkig. Ik verlang zo langzamerhand wel naar wat meer ruimte en comfort. Daarbij word ik in mijn werk belemmerd omdat ik eigenlijk een auto nodig heb, en die kan ik hier nergens kwijt.

Mocht het zover komen, zal ik de buurt zeker gaan missen. Het Thorbeckeplein is wat mij betreft het allermooiste plein van de hele stad. Het heeft iets filosofisch, zeker nu het zo stil is, en dan die prachtige platanen… Soms, als ik thuiskom van mijn nachtdienst, rook ik buiten nog even een sigaartje, colaatje erbij, kijken hoe de zon opkomt… Echt heel mooi!