ANTOINETTE TAILLIE

Senior Consultant & initiatiefnemer ‘De Gezichten van Amsterdam/Rembrandtplein’


Woont 28 jaar met man en 4 kinderen in de Reguliersbreestraat

Ik ben hier komen wonen in 1992, dat is dus bijna dertig jaar geleden! Terwijl ik het zeg, besef ik hoe bijzonder dat is. Hoeveel ik hier heb meegemaakt. Ik kan me ook werkelijk niet voorstellen dat hier ooit nog wegga. Ik heb het twee keer geprobeerd, maar ik kom altijd weer terug!

Een kennis van mijn ouders hielp mij destijds aan dit huis. Ik studeerde nog en woonde met een vriendin op een klein kamertje bij de Nieuwmarkt, dus wij waren echt naarstig op zoek. Het leek te mooi om waar te zijn, een huis voor drie personen, midden in de stad, en nog betaalbaar ook. Toen ik hier binnenkwam, leek dat even ook het geval: het huis was totaal vergaan. Ik ben niet zo’n klusser dus hoe graag ik er ook wilde wonen, ik zag het niet gebeuren. Gelukkig zag de huisbaas ook in dat het pand in deze staat niet verhuurbaar was en zei hij toe het eerst helemaal op te knappen. Ik wist niet hoe snel ik ja moest zeggen. 

In die begintijd woonde ik hier met twee vriendinnen. We zaten midden in het uitgaansgebied, en hadden hier thuis ook vaak feestjes. Het huis heeft aan de ene kant een steeg en aan de andere kant ook ruimte dus niemand had last van ons. We konden tot diep in de nacht keiharde muziek draaien. Dat, en de perfecte centrale ligging van het huis, maakte dat het een verzamelplek werd voor onze hele vriendengroep. Er zijn hier vriendschappen voor het leven ontstaan, liefdes gekomen en gegaan, we zijn hier met elkaar volwassen geworden. Het huis draagt zoveel herinneringen van zoveel mensen die ons lief zijn met zich mee, dat maakt het echt een hele bijzondere plek voor ons.

“Ik wil de bewoners een gezicht geven.”

Ik heb hier ook mijn kinderen gekregen. Dat was de start van een nieuwe fase; met een baby middenin de stad wonen is toch wat anders. Ik weet nog dat ik met de kinderwagen door de (Reguliersbree)straat liep en dacht: waar moet ik heen lopen? Ik moest echt opnieuw mijn weg vinden. Toen ontdekte ik de speeltuin, Artis, de Hortus, het Amstelveld, allemaal heerlijke plekken om met kleine kinderen naartoe te gaan, en besefte ik dat met kleine kinderen hier wonen ook ontzettend bijzonder is. Door de kinderen leerde ik nu ook de winkeliers uit de straat kennen en werd het gek genoeg nog veel meer ‘mijn straat’ dan daarvoor.

Nu – 28 jaar later – is er heel wat veranderd. Ik woon hier ondertussen met mijn man Martin en onze vier kinderen, die nu pubers zijn. De bakker, de slager en de groenteboer hebben het veld moeten ruimen voor patatzaken, donutshops en toeristenwinkels. Met als gevolg een eindeloze stroom toeristen die het centrum overspoelt. Ik begrijp natuurlijk ook wel dat toeristen erbij horen hier, Amsterdam is immers een prachtige stad. Maar het is best bizar dat je als toerist een stad bezoekt en dan alleen maar andere toeristen tegenkomt. Het Rembrandtplein is van origine een volksplein, met cafés waar de mensen Hollandse smartlappen meezingen, waar we samen voetbal kijken in bruine kroegen. Tegenwoordig wordt hier nauwelijks meer Nederlands gesproken.

Als bewoner vind ik dat natuurlijk jammer. De balans tussen bewoners, ondernemers en bezoekers is door de jaren heen zoekgeraakt, en de bewoners zijn daarbij steeds meer uit beeld verdwenen. Velen zijn ondertussen weggevlucht van alle drukte, smerigheid en geluidsoverlast, en dat doet de buurt geen goed. Er is geen buurtgevoel meer. Dat is ook de reden dat ik dit project – ‘De Gezichten van Amsterdam/Rembrandtplein’ – ben gestart: ik wil de bewoners weer een gezicht geven. Wij wonen, leven hier, en zijn daarmee een wezenlijk onderdeel van de buurt. Dat wil ik concreet en zichtbaar maken, op een positieve manier. Want ondanks alle overlast vinden wij het nog steeds heerlijk om hier te wonen. We hebben onze vaste Albert Heijn op het plein, ons lunchtentje in de Utrechtsestraat, borrelen bij Langereis, sushi eten bij de Zushi bar aan de Amstel, allemaal vaste rituelen die bijdragen aan een positieve woonbeleving. En dat gevoel is door Corona alleen maar sterker geworden. Opeens zit ik zomaar voor mijn deur in een stoeltje in de zon, denk ik na over een geveltuintje, spelen onze kinderen badminton in de straat. Hoe mooi is dat! Ik hoop dat de gemeente deze crisis als een kans ziet de balans weer te herstellen. Want hoe meer mensen hier – met plezier – wonen, hoe beter dat is voor iedereen!